Dry needling richt zich vaak op langer bestaande spierklachten. Tijdens dry needling worden verhardingen (myofasciale triggerpoints) aangeprikt – en daarmee ontspannen – met een dunne acupunctuurnaald. De myofasciale triggerpoint wordt gereset.
Uit onderzoek blijkt dat zeer veel klachten worden veroorzaakt door triggerpoints. Een triggerpoint (spierknoop) is een kleine contractuur (soort verkramping) in een spier die voor (flinke) uitstralende klachten kan zorgen. De triggerpoint vermindert de doorbloeding, waardoor er ter plekke van de triggerpoint een tekort aan zuurstof en slechte stofwisseling ontstaat. De afvalstoffen die vrijkomen leiden tot prikkeling van de pijnsensoren en dus tot pijn.
De triggerpoint is door de fysiotherapeut voelbaar als een harde streng met daarin 1 of meerdere knoopjes. Bij palpatie ontstaat dan de herkenbare pijn, vaak in een ander gebied dan waar de triggerpoint zich bevindt.
Symptomen myofasciale triggerpoints:
Hoe ontstaat een myofasciale triggerpoint?
De spier kan na de behandeling enkele uren een loom, zwaar en spierpijngevoel geven. De spierpijn kan tot 2 dagen aanhouden. In uitzonderlijke gevallen houdt de pijn langer aan. Dit kan verschillende (niet ernstige) oorzaken hebben. Dit kunt u met uw fysiotherapeut bespreken. Op de dag van behandeling kunt ook wat rillerig of vermoeid zijn.
Acupunctuur is gebaseerd op het TMC-model (Traditional Chinese Medicine). Dit is een Chinees/Aziatisch, energetisch en filosofisch model. Bij acupunctuur worden de naalden (vaak meerdere tegelijk) op meridianen (energiebanen) geprikt.
Dry needling is gebaseerd op een westerse gedachtegang: een anatomische model (myofasciaal) wat betrekking heeft op de neurofilosofie en pijnsystemen. Bij dry needling wordt de naald (altijd maar 1 tegelijk) in de aangedane spier geprikt.
De fysiotherapeut die dry needling toepast, is gericht geschoold in het toepassen van deze techtniek. Hij/zij zal u ondervragen naar uw gezondheid om contra-indicaties uit te sluiten en om vast te stellen of dry needling voor u de juiste behandeling is. Bij het toepassen van de techniek worden kwetsbare structuren, zoals longen, zenuwen, klieren en bloedvaten ontzien. Vanuit de literatuur zijn de volgende zeldzame complicaties bekend: pneumathorax (klaplong) en een hematoom (bloeding).
![WhatsApp](https://www.paramedischcentrumalbergen.nl/wp-content/themes/pmca/images/whatsapp.svg")